In deze aflevering van ‘Kijk op het Dak van Morgen’ vertellen Edwin van Dijk en Ron Laurentzen, respectievelijk Managing Director en Sales Director van SealEco BV, hoe zij het dak van de toekomst zien. In de serie ‘Kijk op het Dak van Morgen’ geven de bedrijven die aangesloten zijn bij TotaalDakConcept hun visie op de toekomst van het platte dak. Doordat er steeds meer functies aan het platte dak worden toegevoegd, wordt het belang van integrale kwalitatieve dakconstructies steeds belangrijker. Welke ontwikkelingen kunnen we verwachten? Welke rol speelt het klimaat? Welke oplossingen worden bedacht om de problemen van morgen het hoofd te bieden? Kortom, een blik in de toekomst van het platte dak.
‘We make waterproofing easy’. Slogan of pay-off. Ach, da’s om ’t even. Het gaan tenslotte om de inhoud. Twee dingen vallen op: waterproofing en easy. Voor niets gaat de zon op. Voor niets komt de regen steeds frequenter met bakken uit de lucht, luidt nu het credo. De druk op waterdichte daken wordt door de veranderende klimaatomstandigheden steeds groter. Althans, als we de wetenschap mogen geloven. En dat kunnen we misschien maar beter doen. Hoe prettig is het als die waterdichting ‘easy’ kan. Een knip met de vingers. Zó eenvoudig is het natuurlijk niet. Maar als je weet dat er met SealEco een bedrijf achter die slogan staat, dat hier al meer dan een halve eeuw ervaring in heeft, dan is het vertrouwen al verankerd. SealEco zorgt voor waterdichting van gevels, vijvers, geosystemen én van het platte dak. Als partner van TotaalDakConcept ligt de focus natuurlijk op die laatste categorie. Inmiddels zijn miljoenen vierkante meters plat dak bedekt met de EPDM-rubberfolies van SealEco, “Die”, zo zegt Ron Laurentzen “niet alleen zorgen voor een zeer betrouwbare waterdichting, maar ook nog eens duurzaam zijn en binnen de ambitie passen van een circulaire toekomst.”
Demontabel
Edwin van Dijk haakt hierop in: “Als we het hebben over het dak van de toekomst, dan is het van belang dat het dak demontabel moet zijn om het circulair te kunnen maken. Daar zijn we als bedrijf nadrukkelijk mee bezig. Kijkend naar de klimaatambities in 2030 en 2050 dan verwachten we ook dat de hele bouwketen hieraan zal bijdragen. Als SealEco verwachten we dat ook van onze partners. Niet alleen van ons zelf. We richten ons dus op de Scope 3 CO2-emissies.”
Scope 3 CO2-emissies is de uitstoot gedurende de totale levenscyclus van alle producten die een bedrijf produceert, koopt en verkoopt. Van schrijfblok tot elektrische auto, van printer tot vrachtwagen, van grondstoffen tot eindproducten. Van Dijk: “Het zijn voor ons keiharde doelstellingen. In 2030 willen we volledig CO2-neutraal zijn. Scope 1 en 2, dus alles wat we zelf doen binnen het bedrijf, waarmee of waardoor we CO2 uitstoten. Scope 3 betekent dat de hele keten CO2-neutraal opereert. Dus dat ook al onze partners en leveranciers hieraan moeten voldoen.”
Ambitieus. Kenmerkend, want SealEco loopt liever op de troepen vooruit dan achter de feiten aan. Van Dijk: “2050 is nog ver weg. We zijn er echter wel mee bezig. Kijk, op dit moment zit in onze daksystemen nog veel lijm. In lijm zitten oplosmiddelen, want die hechten nog steeds het beste. We willen hiervoor alternatieve oplossingen ontwikkelen. Systemen die niet afhankelijk zijn van deze oplosmiddelen. Dat is voor ons een keiharde doelstelling. Met onze solventvrije lijm hebben we al een goede stap gezet.”
Inductie
Veel aandacht bij SealEco voor product development. Mooi, maar waar leidt dat toe? En levert dat ook nog wat op? Edwin van Dijk komt met een voorbeeld: “We zijn bezig met het ontwikkelen van systemen die geen oplosmiddelen nodig hebben. We hebben al tien jaar een fantastische en toekomstbestendige oplossing voor op basis van inductie: het Thermobond inductiesysteem. Hier kunnen we straks niet meer omheen. Het is volledig demontabel. Je hebt een metalen drukverdeelplaatje en schroef, je bevestigt de isolatie, waarna de EPDM er los overheen komt. De EPDM wordt door middel van inductie aan het drukverdeelplaatje bevestigd. Dat is niet alleen veel minder schadelijk voor het milieu. Sterker nog, over dertig jaar kunnen we het met dezelfde machine weer verwarmen en eenvoudig demonteren. Je hebt dan een schoon EPDM-membraan die wij vervolgens weer eenvoudig en volledig kunnen recyclen. Als je lijm toevoegt of andere chemische producten, dan wordt dat recyclingverhaal natuurlijk heel lastig.”
Ron Laurentzen vult aan: “EPDM-banen die schoon van het dak komen, kun je bovendien ook weer vermalen tot nieuwe EPDM voor onze dakfolies. Dan is het een volwaardig cradle-to-cradle-product. Met vervuilde EPDM kun je dat wel vergeten. Je kunt het dan wel vermalen en voor andere toepassingen gebruiken, maar op dit moment nog niet voor nieuw EPDM.”
Gerecycled EPDM
Wil je duurzaamheid kunnen verkopen, dan moet er in je eigen etalage natuurlijk wat van te zien zijn. Zo is er op het dak van het fonkelnieuwe bedrijfspand van SealEco in Lemelerveld EPDM aangebracht, die uit 42% gerecycled EPDM bestaat: Prelasti Green. “Op dit moment kunnen we zover gaan. We komen van ver. Vroeger zaten we op 7% gerecycled materiaal. Nu dus op 42%. Er komt nog niet genoeg restmateriaal van het dak af. Dat is er gewoon nog niet’, aldus Edwin van Dijk. Ron Laurentzen legt uit hoe dat komt: “EPDM gaat veertig, vijftig jaar mee. Het aandeel EPDM op het dak in Nederland is nu nog zo’n 22%. We willen straks de daken demontabel kunnen maken, circulair. Daar is EPDM voor nodig. Dat aandeel moet dus omhoog. We hebben te maken met de kwaliteit van ons product, die zorgt voor een lage vervangingssnelheid. Ook dát is een vorm van duurzaamheid. We hebben wel eens testen naar de levensduur laten uitvoeren. Hieruit bleek dat onze EPDM na 37 jaar nog steeds voldoet aan de eisen van nieuwe EPDM. Dat zegt iets over het product zelf.”
Zoveel mogelijk duurzame daken
Een cliché: goedkoop is duurkoop. De omloopsnelheid van kwaliteit is nu eenmaal lager dan die van rommel. Het kenmerkende verschil tussen een A-merk en B- of C-merken. Je zou dus denken dat de kwaliteit van EPDM zichzelf economisch in zekere ondergraaft. Niets is minder waar. “Onze doelstelling is namelijk niet om zoveel mogelijk EPDM te verkopen. Kijkend naar een toekomst, waarin ook onze kinderen en kleinkinderen goed kunnen leven, is het onze doelstelling om zoveel mogelijk duurzame daken te verkopen. Dat is heel wat anders. We willen ook een góed dak verkopen. Daarom investeren we veel in opleiding van verwerkers. Dus duurzaam en goed. Daar zetten we op in. Maar we zijn er nog niet. We hebben met z’n allen een hele weg te gaan. EPDM is niet alleen geschikt voor duurzame waterdichting van het dak. Er worden steeds meer eisen gesteld aan wateropslag en geleide hemelwaterafvoer op het dak. We gebruiken al veertig jaar EPDM voor vijvers. Dus dat is uitermate geschikt voor wateropslag. Dat is ook weer tegenstrijdig. Je wil risico vermijden. Dus water weghouden van een gebouw. Tegelijkertijd willen we water op het dak vasthouden en de afvoer ervan reguleren om de riolen niet over te belasten. Ook in groendaken zit een tegenstrijdigheid. Wat doet een groendak met de dakbedekking. Is een groendak circulair te maken? Waar we met z’n alleen naar toe moeten, daar ligt misschien ook een taak voor TotaalDakConcept, is dat we van te voren heel goed kijken waar we met het dak naar toe willen over pakweg dertig, veertig jaar.”
Ron Laurentzen beaamt dat: “Je hebt elkaar nodig. TotaalDakConcept heeft de ambitie om door samenwerking kwalitatief hoogwaardige en duurzame integrale dakconstructies te maken. Je moet dus vooruit kijken. Met elkaar. Met de architect. Met producenten en opdrachtgevers. Heel bewust met die toekomst bezig zijn. Onze EPDM-producten zijn gemaakt voor een duurzame toekomst.”